Hoofdinhoud
eIDAS-attributen voor Europese burgers
In de eIDAS-verordening wordt onderscheid gemaakt tussen verplichte en optionele attributen. De verplichte attributen ontvangt u standaard via uw makelaar.
Verplicht
- Dienstverlener specifiek identificatienummer burger
- Huidige familienaam of –namen
- Tussenvoegsel(s) (wanneer aanwezig)
- Huidige voornaam of –voornamen
- Geboortedatum
Optioneel
- Familienaam of –namen bij geboorte
- Voornaam of –namen bij geboorte
- Geboorteplaats
- Huidig adres
- Geslacht
Hoe kunnen de eIDAS-attributen eruit zien?
De optionele en verplichte attributen voor Europese burgers kunt u herkennen aan de volgende indeling:
- Voorbeeld van een dienstverlener specifiek identificatienummer: ES/AT/02635542Y (Spaanse burger logt in bij een Oostenrijkse dienstverlener)
- Voorbeeld van huidige familienaam of –namen: Chalk
- Voorbeeld van huidige voornaam of –voornamen: Sarah
- Voorbeeld van geboortedatum: 1970-05-28 (JJJJ-MM-DD)
- Voorbeeld van familienaam of –namen bij geboorte: Booth
- Voorbeeld van voornaam of –namen bij geboorte: Sarah Jane
- Voorbeeld van geboorteplaats: Peterborough
- Voorbeeld van huidige adres:
Nummer: 22
Straat: Arcacia Avenue
Plaats: London
Postcode: SW1A 1AA
- Voorbeeld geslacht: Female
Hoe worden de eIDAS-attributen gebruikt om een BSN te vinden?
Als uw organisatie het BSN nodig heeft om toegang te verlenen tot de dienst kunt u gebruik maken van de additionele oplossing ‘BRPk’.
De eIDAS-attributen van Europese burgers worden dan geverifieerd op basis van de gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP). Zo wordt vastgesteld of de Europese burger in het bezit is van een BSN. Denk hierbij aan ingezetenen en Europese burgers die vanwege een (eerdere) relatie met de Nederlandse overheid geregistreerd staan als niet-ingezetene. Indien Europese burgers in het bezit zijn van een BSN ontvangt uw organisatie het nummer.
Scenario's
De volgende scenario’s zijn mogelijk:
Er wordt een BSN gevonden in de BRP
Uw organisatie ontvangt het dienstverlener specifieke BSN van de Europese burger. Het pseudoniem is per dienstverlener anders. Uw organisatie heeft sleutelmateriaal nodig om het dienstverlener specifieke BSN te ontsleutelen.
Benieuwd hoeveel houders van Europees erkende inlogmiddelen in de BRP staan? Kijk dan in het Overzicht erkende Europese inlogmiddelen.
Er wordt geen BSN gevonden in de BRP
Burgers die niet geregistreerd staan in de BRP krijgen een melding dat het BSN nodig is om toegang te krijgen. Er wordt geen toegang verleent. Zij kunnen zichzelf vervolgens alsnog registreren in de BRP. Uw organisatie is in dit geval niet verplicht om de dienst te verlenen.
Meer weten over de voorwaarden tot toegang die uw organisatie mag hanteren? Kijk dan bij Hulpmiddelen bij implementatie eIDAS.
De gegevens passen bij meerdere BSN's in de BRP
Het is mogelijk dat de eIDAS-attributen bij meerdere BSN's kunnen passen. Er volgt dan een handmatig koppelproces bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG). De Europese burger wordt gevraagd om extra gegevens op te geven. Tot die tijd kan uw organisatie de dienst niet verlenen. De Europese burger krijgt een melding over het handmatig koppelproces. Wanneer het koppelproces is afgerond en een Europese burger nogmaals bij uw organisatie inlogt kan het dienstverlener specifiek BSN met u worden gedeeld.
Er wordt pas bij een latere inlogpoging een BSN gevonden in de BRP
Iedere keer als een Europese burger bij uw organisatie inlogt wordt er geprobeerd een BSN te vinden. Het kan dan ook gebeuren dat uw organisatie op termijn wel de dienst kan verlenen. Bijvoorbeeld wanneer een Europese burger zich ondertussen heeft ingeschreven in de BRP. Uw organisatie ontvangt dan alsnog een dienstverlener specifiek BSN van de Europese burger. Deze dient u te ontsleutelen.
Meer weten over de manier waarop de BRPk voor Europese burgers is vormgegeven? Kijk dan verder in het artikel van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.
Gebruik maken van de BSN oplossing
Europese burgers worden op basis van de aanwezige eIDAS-attributen gematcht aan de gegevens in de BRP. Deze eIDAS-attributen zijn minder uitgebreid dan de DigiD-attributen waarmee houders van een DigiD inlogmiddel nu worden geïdentificeerd.
Dit betekent dat niet volledig kan worden uitgesloten dat er voor houders van een Europees erkend inlogmiddel een verkeerde match wordt gemaakt. Door de afspraken in de eIDAS-verordening kan dit niet anders worden ingericht. Hoewel de kans hierop niet groot is, wordt u geadviseerd om hierop alert te zijn. Mocht uw organisatie vermoeden dat er een verkeerde match is gemaakt met een BSN kunt u indien mogelijk contact opnemen met de gebruiker.