Main content

Op donderdag 10 maart was de eerste Logius Remote Roadshow. Onze relaties bij gemeenten, waterschappen, uitvoeringsorganisaties, agentschappen en leveranciers waren uitgenodigd. Tijdens de Remote Roadshow hoorden de deelnemers meer over de ontwikkelingen van de Logius dienstverlening.

Talkshowtafel

De Remote Roadshow is de digitale variant van de fysieke roadshows. Die organiseerde Logius voor corona op vier verschillende plekken in het land. In een ‘Jinek-achtige’ setting sprak presentatrice Martine Hauwert aan een talkshowtafel met directeur Geert Nederhorst over de ontwikkelingen van Logius, de digitale overheid en de impact van corona op uit- en thuiswerken.

Onderwerpen

Vervolgens vertelden een aantal Logius collega's over de ontwikkelingen rondom MijnOverheid en het Federatief Berichten Stelsel, het Platform Stelsel van Basisregistraties, de innovaties met het Standaard Platform, en de ontwikkelingen bij DigiD en DigiD Machtigen.

Terugkijken

U kunt de show nu downloaden en terugkijken op VIMEO. Heeft u een trage internetverbinding? Kies dan een van de lichtere bestanden.

Antwoorden op vragen uit de chat

Tijdens de Remote Roadshow vond er een levendige discussie plaats in de chat. Er waren zoveel vragen en opmerkingen dat we die niet allemaal direct konden beantwoorden. Vragen die door meerdere kijkers werden gesteld, hebben we eruit gehaald en hieronder beantwoord. Zit uw vraag er niet bij? Kijk dan bij onze diensten of daar het antwoord staat of stel uw vraag via ons contactformulier.

Vragen over MijnOverheid FBS

De functionaliteit Lopende Zaken maakt geen onderdeel uit van het Federatieve BerichtenStelsel. Wel wordt Lopende Zaken in opdracht van BZK onderzocht. Door middel van workshops onder bestaande en potentiële afnemers wordt de wenselijkheid en behoefte in kaart gebracht. Op basis daarvan wordt de toekomst van Lopende Zaken bepaald.

Dit wordt onderzocht. Met name de VNG heeft deze vraag bij BZK en Logius neergelegd. Bij tweerichtingsverkeer kan je denken aan de mogelijkheid dat een burger met een soort van ‘reply’ knop antwoordt op een binnengekomen bericht. Het is ook mogelijk om een antwoordmogelijkheid in te bouwen in een bericht dat je naar de berichtenbox stuurt. Dat kan je doen door een link op te nemen in de PDF die je als bijlage meestuurt, of in het bericht zelf. Die PDF leidt de ontvanger van het bericht dan naar een portaal waar je kan reageren. Een Hoogheemraadschap heeft hiervan een mooi voorbeeld: bij hun aanslag voor gemeentebelasting/zuiveringsheffing e.d. zitten drie links (in de vorm van ‘knoppen’), waarmee de ontvanger direct kan betalen, of kan aangeven te willen betalen in termijnen, of bezwaar kan maken tegen de aanslag.

De mogelijkheid van een ‘reply’ op een binnengekomen bericht, of de mogelijkheid dat een burger zelf een ‘eerste’ bericht kan sturen naar de overheid, word, zoals gezegd onderzocht. Het zal naar verwachting wel enige tijd duren voor deze mogelijkheid er zal zijn.

MijnOverheid en de Persoonlijke Internet Pagina’s van onder andere gemeenten vullen elkaar aan. Zo vind je vaak op de PIP van gemeenten dezelfde informatie als op MijnOverheid. Deze informatie is uitsluitend afkomstig van de betreffende gemeente. Op MijnOverheid ziet de burgerinformatie van meerdere overheidsorganisaties waar hij mee te maken heeft, zoals Waterschappen, de Provincie en uitvoeringsinstanties zoals de Belastingdienst. MijnOverheid biedt hierin overzicht op één pagina over meerdere aangesloten instanties heen.

Logius heeft zich voorgenomen om in oktober 2022 naar 2 factor authenticatie te gaan. Burgers kunnen dan niet meer inloggen met enkel username en wachtwoord, maar zullen gebruik moeten maken van DigiD met SMS of de DigiD-app. Als je namens een ander zaken wil doen met de overheid, zul je gebruik moeten maken van de machtigingsvoorzieningen van de betrokken overheidsorganisaties. Deze bieden in de meeste gevallen ook de mogelijkheid dat de berichten die zij versturen kunnen worden gelezen door de gemachtigde, in de eigen berichtenbox van MijnOverheid.

MijnOverheid voldoet aan alle strenge toegankelijkheidscriteria voor mensen met een beperking. Twee derde van de gebruikers van MijnOverheid.nl toont zich tevreden over de digitale dienstverlening die MijnOverheid.nl biedt.

Na een aantal verbeteringen te hebben doorgevoerd op MijnOverheid.nl heeft Logius een nieuwe toegankelijkheidstoets (WCAG2.1) uitgevoerd. Uit de toetsing bleek dat MijnOverheid aan alle 50 criteria voldoet en daarmee een toegankelijkheidsverklaring mag gaan publiceren met het stempel A - voldoet volledig. MijnOverheid.nl voldoet hiermee aan alle strenge eisen op het gebied van makkelijk te begrijpen en te gebruiken website voor mensen met een beperking.

Logius onderzoekt periodiek in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken de gebruikservaring en tevredenheid van bezoekers aan MijnOverheid. Uit het eerste onderzoek over de tevredenheid en behoeften blijkt dat ruim twee derde van de bezoekers tevreden is over de digitale dienstverlening op MijnOverheid. Gemiddeld beoordelen zij de dienstverlening met een 7,6.

Platform Stelsel van Basisregistraties

Alle overheidsinstellingen zijn verplicht om gebruik te maken van de authentieke gegevens in de basisregistraties bij de uitvoering van publieke taken. Dat betekent dat alle gemeenten, alle provincies, alle waterschappen, alle zelfstandige bestuursorganen en overige organisaties met een publieke taak gebruik maken van de basisregistraties. In de wetgeving per basisregistratie is aangegeven wanneer het verplicht gebruik van toepassing is, er zijn namelijk uitzonderingen zoals:

  • De overheidsorganisatie moet gerechtigd zijn om het gegeven te mogen verwerken;
  • Het gegeven moet niet in onderzoek zijn;
  • Er kunnen nog specifieke uitzonderingen in de basisregistratiewet zijn opgenomen waaronder verplicht gebruik niet nodig is.

Naast deze organisaties met een publieke taak kunnen ook private organisaties gebruikmaken van gegevens uit de basisregistraties met inachtneming van de regels voor privaat gebruik. Die regels verschillen per basisregistratie, maar hebben veelal te maken met privacywetgeving. Openbare registers zijn voor iedereen toegankelijk, gesloten registers zijn alleen toegankelijk voor afnemers die hiervoor geautoriseerd zijn, meestal omdat zij een wettelijke taak uitvoeren waarvoor zij deze informatie nodig hebben.

Voor meer informatie over basisregistraties verwijzen we naar www.digitaleoverheid.nl.

Niet alle organisaties zijn in het Handelsregister opgenomen. Niet opgenomen zijn onder meer bijzondere organisaties met een publieke taak, colleges van advies en internationale organisaties met een rechtspersoonlijkheid. Dat is dan ook de reden waarom het Organisatie-identificatienummer (OIN) in het leven is geroepen. Het OIN is een uniek nummer dat Logius kan toekennen aan organisaties om zich te kunnen identificeren, authentiseren en/of autoriseren bij digitaal berichtenverkeer binnen en met de overheid.

Common Ground is een informatiekundige visie waarin processen worden ontkoppeld van gegevens en onderling worden verbonden via een landelijke verbindingsfunctie. De gegevens worden in de visie ten aanzien van syntax, semantiek en samenhang gestandaardiseerd (via informatiemodellen) en ontsloten vanuit de bron via moderne interfaces (APIs). Kern van de visie is dat gegevens zo veel mogelijk bij de bron opgevraagd worden, zodat lokale kopie bestanden voorkomen kunnen worden. 

Door Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), gemeenten en de markt zijn diverse initiatieven ontplooid rondom de Common Ground visie. Eén van deze initiatieven is het NLX stelsel. Het NLX stelsel is een voorbeeldimplementatie van de landelijke verbindingsfunctie. In dit stelsel zijn publicatie en discovery van diensten geregeld en is connectiviteit geïmplementeerd die de verbinding tussen providers en consumers van diensten conform het Digikoppeling REST profiel. 

De vraag hoe het Platform Stelsel van Basisregistraties zich verhoudt tot Common Ground is een lastige vraag, aangezien ze niet echt vergelijkbaar zijn. Het Platform Stelsel van Basisregistraties levert informatie over basisregistraties, de gegevens die erin zijn opgenomen en diensten die beschikbaar zijn voor het gebruik van die gegevens. In de visie Common Ground zijn de basisregistraties bronregistraties die door afnemers zoveel mogelijk direct bevraagd moeten worden om kopie bestanden bij de afnemers te voorkomen. Vanuit VNG is in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is het programma Haal Centraal opgestart wat verantwoordelijk is voor het samen met bronhouders definiëren van APIs op verschillende basisregistraties in lijn met de visie Common Ground. Deze APIs worden onder andere gepubliceerd op developer.overheid.nl. Dit is een ander initiatief van VNG en BZK in de lijn van Common Ground wat als doel heeft een vindplaats te zijn voor APIs die binnen de overheid beschikbaar zijn. Hier ligt wellicht een stukje overlap met het Platform Stelsel van Basisregistraties, aangezien de basisregistratie APIs ook daar gepubliceerd worden. 

Standaard Platform Cloud

Dat staat nu niet op de planning.

Wanneer je een klantomgeving hebt aangevraagd en opgeleverd hebt gekregen, kun je direct containers laten draaien. Je hebt daarvoor dan alle tooling tot je beschikking gekregen. Hiervoor wordt GitLab gebruikt. Het is niet mogelijk om hiervoor een andere applicatie te gebruiken. Het idee is ook dat als verschillende overheidsorganisaties gebruik maken van de standaard inrichting, je het beheer centraal kunt doen voor alle organisaties. Hiermee verhoog je de efficiëntie voor de overheid als geheel.

Iedere overheidsorganisatie kan gebruikmaken van het Standaard Platform. Wanneer je Rijksoverheid bent, kun je onvoorwaardelijk gebruikmaken. Wanneer je niet direct onderdeel van de Rijksoverheid bent, zoals gemeentes of ZBO’s, moet je rekening houden met de aanbestedingswetgeving.

Wanneer je gebruik maakt van het SP, worden de dagelijkse beheerhandelingen op de platform laag voor je gedaan. Dat wil zeggen dat de verantwoordelijkheid voor het loggen, monitoren, maken van back-ups en dergelijke, je uit handen worden genomen. Op het niveau van de applicatie ben je er zelf verantwoordelijk voor. Dus ook zaken als beveiliging van de applicatie zelf, doet het SP-team niet voor je.

Het verschil met een commerciële cloud is, dat het SP is ingericht met de wensen en eisen die een overheidsorganisatie over het algemeen stelt. Dus er is al rekening gehouden met de BIO, en het is opgezet volgens de eisen van de NORA. Ook ben je onafhankelijk van de ‘big tech’ bedrijven: het SP is gebaseerd op open source technologie en wordt beheerd door de Nederlandse overheid. Daarnaast is een voordeel dat de medewerkers al jaren binnen de overheid werken en vaak ambtenaar zijn. Dus begrijpen ze wat jou als ambtenaar bezighoudt.

DigiD en DigiD Machtigen

De afgelopen jaren worden steeds meer maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat iedereen mee kan doen zoals:

  • Het betrekken van de gebruiker in het ontwikkelproces, zo zien we tijdig wat gebruikers logisch vinden of juist moeilijk.
  • Periodieke evaluatie van de vragen die onze (burger) helpdesk ontvangt met als doel deze door verbeteringen in de voorziening in de toekomst te voorkomen.
  • Uitvoeren van Continu burgeronderzoek wat naast de waardering van MijnOverheid ook het inlogproces met DigiD evalueert.
  • Samenwerking met de Bibliotheken waarin we bijdragen aan het IDO (informatiepunt digitale overheid) en waar DigiD cursussen aangeboden worden en waarnaar toe we actief verwijzen wanneer we merken dat gebruikers digitaal vaardiger willen worden.

Of een organisatie gebruik maakt van DigiD Machtigen is de keuze van de organisatie zelf. In het verleden hebben vooral grote overheidsorganisaties hiervan gebruik gemaakt. Ook kunnen organisaties machtigingsprocessen buiten DigiD om geregeld hebben, bijvoorbeeld aan een balie. Doordat aansluiten makkelijker wordt, verwachten we dat veel meer organisaties gebruik gaan maken van de mogelijkheden van DigiD Machtigen.

Hiervan is vooralsnog geen sprake.

Single Sign On zoals we dat nu kennen bij DigiD, gaat veranderen. Om te voldoen aan de eisen die het eIDAS betrouwbaarheidsniveau Substantieel (DigiD-app + eenmalig ID-check) stelt gaan we spreken over een ‘eenvoudige her-authenticatie’. We werken aan een manier waarbij er een signaal gegeven wordt naar de DigiD-app wanneer de gebruiker op een ander domein inlogt na net al te zijn ingelogd. Door dan bijvoorbeeld in de DigiD-app alleen middels de pincode de authenticatie te bevestigen ontstaat er een vloeiende en logische gebruikerservaring.